Natuurreligies vandaag

Deze tekst over natuurreligies, met een accent op Asatru komt uit mijn Duitstalig boek “Germanischer Götterglaube” (Germaans geloof in goden) en werd in 2013 aangepast om er een zelfstandig artikel van te maken. De snelle Nederlandse vertaling stamt uit januari 2020.
Wanneer we het over religie hebben, denken veel mensen nog steeds eerst aan de zogenaamde wereldreligies Christendom, Islam en Boeddhisme, die de cultuur van vele landen eeuwenlang hebben gedomineerd. Ze vertegenwoordigen echter slechts één groep religies, de zogenaamde openbaringsreligies. Asatru en vele andere neo-heidense religies behoren tot de natuurlijke religies die veel ouder zijn in de menselijke geschiedenis. Ondanks deze indeling hebben alle religies echter meer met elkaar gemeen dan veel volgelingen in een bepaalde richting zouden willen toegeven. Een schetsmatige vergelijking moet dit duidelijk maken.
Kenmerken van openbaringsreligies zijn:
- Ze zijn bijna altijd monotheïstisch
- Er wordt aangenomen dat God niet schiep en zweeg, maar zich op bepaalde tijden aan bepaalde mensen (profeten) openbaarde. De inhoud van deze onthullingen bevat religieuze en sociopolitieke instructies die moeten worden opgevolgd.
- De inhoud en basis van de op die manier overgebrachte informatie zijn niet toegankelijk via de weg van empirische kennis, maar horen eerder thuis op het gebied van wat ongrijpbaar en niet afleidbaar is voor mensen.
- Nieuwe openbaringen vinden altijd plaats wanneer de volgelingen van de respectieve religie in een omwenteling of crisissituatie verkeren. Op zo’n moment dienen ze om de samenleving te stabiliseren.
- Regelgeving op het gebied van sociaal beleid en gezondheidsbeleid wordt ook als openbaringen gebracht omdat ze dan zonder verdere rechtvaardiging een juridische status kunnen bereiken. Instellingen zoals kerken of moskeeën worden beschouwd als een effect van de openbaring(en) gezien.
- Een absolute claim op waarheid wordt afgeleid van de openbaring.
Natuurlijke religies worden gekenmerkt door:
- Een polytheïsme, dat twee vormen kan aannemen:
– Elke god en godin is een onafhankelijk, zelfstandig en individueel wezen met een eigen domein of verantwoordelijkheidsgebied en de specifieke macht om dienovereenkomstig op deze terreinen te kunnen handelen.
– Vrouwelijke en mannelijke principes worden belichaamd door hun eigen godheden.
Hier is de onafhankelijkheid en individualiteit van een godheid vaak onduidelijk, soms
wordt het zelfs maar een personificatie van het respectieve principe gezien en dan wordt polytheïsme feitelijk twijfelachtig, temeer wanneer het dan ook nog gebaseerd is op een universeel scheppingsprincipe. - De erkenning van natuurlijke krachten als origineel, elementair en alles doordringend wat levend en levenloos is.
- Het ontbreken van uitleggers, verklaarders, die religieus en sociopolitiek gedrag voorschrijven op basis van hun visie. Er zijn geen tussenpersonen tussen goden en mensen. Er is geen oorsporngs-certificaat van een religie, geen stichter en geen vaste leringen.
- Directe communicatie van elke persoon met de door hem of haar aanbeden goden op een individuele manier; religieuze groepsvieringen veranderen daar niets aan. Iemand die desondanks wil fungeren als een ‘religieuze leider’, ‘heidense paus’ of iets dergelijks, heeft dit principe eenvoudig niet begrepen.
(Dit geldt ook voor zelfbenoemde leiders van een bepaalde religie, omdat die alleen zouden kunnen bestaan wanneer er een consensus was binnen die religie. Tot op – heden er daarover b.v. geen consensus binnen de wereldwijde Asatru beweging.) - De opvatting dat goden niet buiten de schepping liggen. Ze maken er deel van uit en communiceren met mensen.
- Netwerkdenken in tegenstelling tot lineair en doelgericht denken. Geen eenvoudige causaliteit, maar het verband tussen alle dingen wordt waargenomen.
- De definitie van de ziel als dat deel van de mens dat soms het lichaam kan verlaten. Daarbij kan men bv. denken aan droom- en trance-reizen (ziel-reizen). Het is dus niet een soort hoger etherisch wezen dat wordt gezien als het tegenovergestelde van het fysieke lichaam.
De overgang van de geest wanneer deze sterft in de vorm van een lichaam zonder materie en het verder ‘leven’ in een ander ‘rijk’. Sommige natuurlijke religies kennen ook het geloof in een vorm van wedergeboorte, bij andere natuurlijke religies reist de geest ‘definitief’ naar een ander niveau van realiteit. Beide zienswijzen komen zelfs voor binnen de Asatru gemeenschap. Het eerste bestaat ook bij openbaringsreligies en het tweede komt daar ook voor, zuij het bijde met een andere uitleg.
Als je deze criteria wilt gebruiken om te bepalen in welke van de twee groepen een religie moet worden ingedeeld, zul je ontdekken dat niet aan alle criteria wordt voldaan. Zo er zijn bv.. klaarblijkelijke natuurlijke religies, die echter niet echt polytheïstisch zijn. Een ander type classificatie zou hier van toepassing zijn.
Natuurreligies worden soms ook ervarings-religies genoemd, waarbij met ‘ervaring’ een bijzondere vorm van geloven wordt bedoeld, die fundamenteel verschilt van het meest wijdverbreide begrip van het begrip geloof in de westerse geïndustrialiseerde landen. Enkele voorbeelden kunnen dit illustreren:
In plaats van de vraag “Geloof je in stormgoden?” zou er zou moeten staan: “Ben je bereid om de storm te herkennen als een uitdrukkingsvorm van een of meer goden?”
De vraag “Heb je ooit een bosgod gezien?” Is ook onjuist, want er moet staan: “Heb je ooit een ervaring in het bos gehad die je ervan heeft overtuigd dat een bosgodheid zich op een speciale manier aan je heeft laten zien?”.
En in plaats van te vragen of er werkelijk zeegoden zijn, zou je beter kunnen overleggen, of je ervaringen of belevenissen hebt gehad die zinvol kunnen worden opgevat als verschijningen van een zeegodheid.
Het zal nu ook duidelijk zijn dat de elementen zelf en ook natuurlijke fenomenen geen goden zijn, het zijn media waarin goden verschijnen en met ons communiceren, zoals dat ook het geval kan zijn in dromen of wanneer bepaalde gewenste gebeurtenissen zich voordoen.
Een ander kenmerk van een natuurreligie is de vanzelfsprekende poging om vanuit de religie nauw verbonden met de natuur te leven en in harmonie ermee.
In de huidige tijd lijkt het misschien onnatuurlijk om een natuurreligie aan te hangen, omdat er in Midden- en West-Europa – net als in andere westerse geïndustrialiseerde landen – een grote kloof bestaat tussen mens en natuur. Vooral in de steden lijken veel mensen zo afgesloten van de natuur te leven dat ‘onnatuurlijk’ gedrag vaak niet als zodanig wordt ervaren. Als je met Joel in december aardbeien wilt eten, onttrek je je aan de cycli van de natuur in je eigen gebied, waar aardbeien alleen in een bepaald seizoen beschikbaar zijn.
Maar zelfs als je midden in een grote stad woont, heb je veel praktische mogelijkheden voor een aan de natuur aangepaste levensstijl, niet alleen bij het kiezen van het voedsel dat is aangepast aan de seizoenen – ook de manier waarop het voedsel wordt verbouwd, kan ook een belangrijk criterium zijn bij het kopen. Bovendien zijn er op veel gebieden beslist meer mogelijkheden om zich op een meer natuurlijke manier te gedragen, zoals: bv. geen producten te kopen die zijn voortgekomen uit de brute exploitatie van de natuur, door zich te engageren aan het behoud van bedreigde soorten en door passend gedrag bij te dragen aan een gezond milieu. Dit betekent ook dat je je informeert m.b.t. een breed scala aan informatie over de natuur en het milieu, omdat dergelijke kennis in de meeste gevallen nodig is om geschikt gedrag te ontwikkelen.
De denkwijze de natuur te onderwerpen aan de mens komt niet overeen met natuurreligies, omdat het de poging inhoudt om de goden zelf te onderwerpen! En de goden laten niet met zich bespotten. Mensen staan niet boven de natuur, dus ze zijn niet hun hoeders, ze maken deel uit van de natuur, een natuur die moet worden gerespecteerd en beschermd, net zoals je jezelf en je eigen huis wilt beschermen. In onze westerse samenleving is het vaak een delicaat zoeken naar een evenwicht om natuurreligieuze en sociaal-politieke handelen onder een gemeenschappelijke deler te brengen. Heel vaak lukt dit niet goed en dan kan men alleen streven naar het best mogelijke compromis: moet de luchthaven worden uitgebreid? Moet er een rondweg worden gebouwd rond de kleine stad? Wat moet er met het kernafval gebeuren?
Nogmaals, het is belangrijk om jezelf dienovereenkomstig te informeren en op zijn minst op de hoogte te zijn van de gevolgen van je acties of het uitbrengen van je stem.