Loki – Een provocerende lezing

door Gunivortus Goos

De lezing werd in de periode 2005 – 2018 in verschillende talen op meerdere locaties gegeven, waarbij inhoudelijk steeds weer aanpassingen werden voorgenomen..

 

Ik voel me gevleid, dat je deze lezing bijwoont. Ik ben dan ook erg blij jullie allemaal te zien.

Voordat ik je over Loki vertel, kan een korte opmerking nuttig zijn.

Deze lezing gaat over de Noordse, de Vikinggod Loki.
Wanneer je verder helemaal niets weet over de Germaanse god Loki dan alleen maar zijn naam, dan is het mogelijk, dat tenminste enige delen van deze lezing minder begrijpelijk voor je zijn. Wanneer dan toch wel je interesse aangewakkerd is,, aarzel dan niet om vragen te stellen of om op zoek te gaan naar meer informatie.

Enige kennis van zulke dingen is op zich ook helemaal geen slechte zaak. Tenslotte heersten de vroege Germaanse volkeren en de latere Vikingen gedurende een periode van ongeveer 1300 jaar over grote delen van Noord-, West- en Midden-Europa. Ze vielen ook Oost- en Zuid-Europa binnen, ja, ze vestigden zich zelfs in Noord-Afrika.. Daarom hoef je niet bang te zijn dat, dat het als een afwijking wordt gezien wanneer je wat meer weet over dat stuk vroege geschiedenis dan alleen een paar trefwoorden of misleidende schijnkennis. Het is tenslotte een stukje Europese, zelfs ook vaderlandse geschiedenis.

Tot zover deze inleidende woorden dan maar. Tijdens het schrijven van de tekst voor deze lezing kon ik zo snel geen andere introducerende woorden vinden, die, om eerlijk te zijn, ook zijn bedoeld om mijn stem wat te smeren voordat ik begin met de tekst die meer met Loki te maken heeft.

Laat ik eens beginnen met een Loki verhaal uit het bekendste boek met Noordse mythen, de Edda. Voor dit verhaal is het niet beslist noodzakelijk dat je weet, dat het bij die Edda in feite om twee literaire werken gaat die hoogstwaarschijnlijk ook zijn geschreven door twee verschillende schrijvers. Daarover later meer.

De mythe:

Odin, Hœnir en Loki, drie goden die tot de familie van de Azen horen, waren eens een tijdje wat aan het rondtrekken. Toen ze op een bepaald moment honger kregen maar niets te eten bij zich hadden, slachtten ze een os uit een kudde die in een nabijgelegen vallei aan het grazen was.
(Het verhaal maakt niet duidelijk, of ze het de boer van wie de dieren waren hadden gevraagd en betaald, of dat ze het illegaal deden). Het vlees boven het vuur wilde maar niet goed doorbraden, omdat dat op magische wijze werd tegengehouden door een grote adelaar. Deze vogel, die op een hoge tak van een eikenboom zat was in werkelijkheid de reus Thjazi die van gedaante was veranderd. Hij riep de drie goden toe, dat hij zijn betovering alleen wilde stoppen, wanneer zij hem beloofden, dat hij mee mocht eten. Nadat hij die belofte had gekregen, vloog hij naar beneden en greep direct de beste stukken van het vlees. Loki wond zich zo op over een dergelijk onbehoorlijk gedrag, dat hij met een stok naar de vogel sloeg.
 De magie van de reus zorgde er echter voor, dat Loki en de stok aan de adelaar vastkleefden en toen deze opvloog, werd Loki mee naar boven getrokken. Om weer los te komen, moest Loki de reus beloven, dat hij de godin Idunna aan hem zou uitleveren. Pas nadat hij die belofte had gedaan, kreeg hij zijn vrijheid weer terug. Maar nadat Loki zich aan zijn belofte had gehouden en Idunna had uitgeleverd, begonnen de goden ouderdomsverschijnselen te vertonen – de appels van Idunna voorkwamen het verouderingsproces van de goden. Blijkbaar waren met het verdwijnen van Idunna ook de appels verdwenen, of ze werken niet zonder haar aanraking.
Daarom werd Loki dringend gesommeerd om die godin onmiddellijk terug naar Asgard te halen. Hij leende daarop de valkenmantel van de godin Freyja en vloog ermee naar het kasteel van Thjazi. Daar aangekomen veranderde hij Idunna in een noot, (het is niet bekend of dat nu een hazelnoot, een walnoot of ander soort noot was), nam deze in zijn snavel en vloog toen zo snel hij kon terug naar Asgaard. De reus ontdekte al snel wat er was gebeurd en zette de achtervolging in. De adelaar haalde de valk langzaam in, maar Loki bereikte net op tijd de muren van Asgard en toen de adelaar daar ook heel dichtbij was gekomen, werd hij door enkele van de andere goden gedood.

Daarop werd Skadi, de dochter van Thjazi natuurlijk verschrikkelijk boos en trok naar Asgard om wraak te zoeken voor de dood van haar vader. Daarop sloten de goden een overeenkomst met Skadi: zij kreeg het recht om één van de goden uit te kiezen om haar echtgenoot te worden. De beperking daarbij was, dat ze bij het kiezen alleen de voeten van de beschikbare goden kon zien. Ook werd overeengekomen, dat de goden wat moesten doen om Skadi een lach te ontlokken.
Hoewel Skadi misschien wel had gehoopt om de god Balder als echtgenoot te krijgen, koos ze de voeten van Njord die dan ook haar echtgenoot werd, hoewel niet voor lange tijd, maar dat is weer een ander verhaal. De andere voorwaarde, om Skadi een lach te ontlokken was blijkbaar moeilijker dan gedacht, want dat lukte pas na een extreme en heel pijnlijke voorstelling:
Loki nam een koord en bond het ene einde aan de staart van een geitenbok en het andere einde aan zijn eigen testikels. Nadat de bok in beweging was gekomen bracht het daaropvolgende ‘spektakel’ zelfs Skadi aan het lachen.

Daarmee eindigt dit inleidende verhaal uit de Edda. Laat ik nu maar gauw proberen om dat filmpje met de arme Loki en de geitenbok, dat zich nu voor je ogen afspeelt te wissen …

Deze lezing omvat historische en mythologische aspecten en ook wat psychologische en religieuze commentaren en aannames … dat is wellicht voor de kritische toehoorder goed om vooraf al te weten.

Over Loki zijn al aardig wat artikelen en boeken geschreven, enkelen ervan hebben een hoog niveau. Maar wanneer je nu misschien verwacht of hoopt volledig te worden geïnformeerd omtrent deze god, dan zul je wel teleurgesteld zijn wanneer de lezing ten einde is, mogelijk zelfs al eerder. De informatie over Loki die je hier krijgt is min of meer mijn eigen bewuste en onbewuste keuze – gewoon zoals het spontaan in mijn hoofd opkwam.
Het is een mengsel van interpretaties, meningen, opinies en dergelijke. Mogelijk bekende maar wellicht ook minder bekende onderwerpen worden kort besproken, en, toegegeven, ik probeer je wat te provoceren, mogelijk op onderbewust niveau. Het kan gebeuren, dat je ietwat geïrriteerd raakt wanneer je herhaaldelijk wordt geconfronteerd met woorden, die onzekerheid uitdrukken of aangeven dat ik een slag om de arm houd – zet die irritatie van je af, dat is schadelijk voor je gezondheid. Het lijkt me een goed advies om dit alles aan te horen met een open geest; probeer gewoon de gedachtegangen te volgen, en wanneer je ietwat vastgeroeste kennis of meningen hebt over Loki, stop die dan even weg om te voorkomen, dat je het gevoel krijgt, dat er de draak met je wordt gestoken.

De opmerking dat de geschiedenis en de mythologie met betrekking tot de Germaanse volken kilometers verwijderd zijn van enige volledigheid is op zich al een understatement. En dat zal er ook wel de oorzaak van zijn, dat al eeuwenlang zowel door geleerde deskundigen als ook door goed geïnformeerde leken een indrukwekkende lijst van speculaties, interpretaties, en andere verklaringspogingen werd geproduceerd. En dat betreft zo ongeveer alle aspecten die met de oude Germanen te maken hebben.

Imponerende, soms heel overtuigende voorstellingen kunnen zich kortere of langere tijd als geldig handhaven, dan worden ze echter, op basis van nieuw onderzoek, nieuwe theorieën of inzichten met slechts een korte pennenstreek als onjuist verklaard en gelden ze voortaan als achterhaald. Ook zienswijzen met betrekking tot Loki zijn bij zulke processen betrokken. Neem daarom mijn woorden hier niet als het puikje van wijze kennis … nou ja, je kunt dat doen, tenminste totdat het tegendeel is aangetoond.

Er is nog een kleinigheid die om uitleg vraagt …
Het werd al aangestipt, het is niet de enige maar wel de belangrijkste bron voor de mythologie van de Noordse volken: de Edda. De naam ‘Edda’ heeft betrekking op twee verschillende IJslandse manuscripten.
Het eerste is een verzameling gedichten of liederen dat we kennen onder de naam Poëtische of Lied-Edda und werd samengesteld door meerdere onbekende dichters..
Het tweede werk werd geschreven door de IJslandse historicus en schrijver Snorri Sturluson (1178-1241) en was bedoeld als een leerboek voor de Noordse dichters en zangers – de skalden. Het omvat een uitgebreide presentatie van de Noordse mythologie uit heidense tijd. Dit werk staat bekend als de Proza Edda. De mythen over Loki komen bijna allemaal uit deze twee werken.

Nu is het zover om te vertellen, nou ja, eerder te schetsen, hoe Loki, gebaseerd op die oude bronnen, gewoonlijk zowel wetenschappelijk als ook religieus werd gezien en voorgesteld in de voorbije paar eeuwen … Wanneer je meent dat allemaal al wel te weten, sluit dan alsjeblieft je ogen, begin langzamer te ademen, voel je steeds rustiger, zodat je me weliswaar nog hoort maar zonder irritatie kunt luisteren hoe oude koeien uit de sloot worden gehaald. Eventueel kun je daarbij nog een virtueel drankje tot je nemen.

Volgens de gangbare mythen is Loki een van de Noordse goden. Vermoedelijk waren zijn beide ouders reuzen. Hij is getrouwd met de godin Sigyn en ze hebben een zoon die Narfi or Nari wordt genoemd. Soms wordt gedacht, dat deze namen op twee zoons wijzen.
Ook wordt gewoonlijk aangenomen, dat Loki en Odin bloedbroeders zijn.

Desondanks, niet met Odin, maar met Thor is Loki het vaakst onderweg. Meestal om problemen op te lossen die hijzelf tevoren had veroorzaakt. Maar toch ook om moeilijkheden van andere goden recht te zetten.

Met de reuzin Angrboda heeft Loki drie kinderen: de Midgardslang, de Fenriswolf en Hel, de godin van het dodenrijk. Ook het beroemde achtbenige paard Sleipnir is een kind van Loki; dat bracht hij ter wereld in de gedaante van een merrie.
Nadat hij de blinde God Hodr ertoe bracht om een pijl, gemaakt van maretak, af te schieten op de god Balder, de god die eigenlijk onkwetsbaar zou moeten zijn, sterft deze desalniettemin – Maretak bleek het enige materiaal te zijn dat Baldr kon verwonden. Maar daarop gingen andere goden op Loki jagen en nadat ze erin slaagden hem te pakken te krijgen, werd hij geboeid gevangen gezet. Skadi hing precies boven hem een gifslang op, wiens gif op Loki neer druppelde en dat veroorzaakte de hevigste pijnen. Daarom ging Loki’s vrouw Sigyn naast hem zitten om het meeste gif in een schaal op te vangen.

De Noordse mythologie kent ook een mythe over de ondergang van de wereld; een laatste definitieve veldslag waarin menig god sterft en de wereld verzinkt. Op die dag herkrijgt Loki zijn vrijheid en trekt op naar het slagveld, waar hij samen met zijn ‘monster’ kinderen en een leger van reuzen de slag aanbindt met de rest van de goden en de gestorven menselijke strijders die in Asgaard opgenomen waren. In die slag doden Heimdall en Loki elkaar.

Loki’s streken brengen andere goden vaak in problemen, maar hij lost die problemen zelf ook weer op door zijn listigheid, vaak wordt hij daartoe door die andere goden gedwongen.
Hij staat bekend om zijn uiterlijke schoonheid, zijn vernuft en sluwheid, zijn plaagzucht en venijn en zijn boosaardige handelingen. Vanwege die laatste karaktertrekken wordt hij soms met het begrip ’trickster’ aangeduid, verderop meer over die term.

Veel aanhangers van hedendaagse heidense religies, in het bijzonder Asatru dat soms ook wel Noords of Germaans heidendom wordt genoemd, voelen zich onbehaaglijk wanneer Loki in het spel komt. Maar er zijn ook zowel Asatru als aanhangers van andere paganistische religies, die zichzelf als vereerders van Loki te kennen geven, ze noemen zich Lokianers. Sommigen van hen menen dat te moeten uitdrukken, door in gothic mode gekleed te gaan. Vaak hoort het doemdenken ook tot een dergelijke levenswijze.
Maar er zijn zeker ook Asatru die Loki oprecht vereren in hun religieuze praktijk, net zoals anderen dat ten opzichte van Odin of Freyja doen.

Andere namen voor Loki die rondgaan zijn ‘Lodur’ (Lóðurr), ‘Loghe’ en ‘Loptr’, in vlaanderen en in Nederland komen ‘Lodder’ and ‘Kludde’ voor en in Engeland ‘Lok’. Verschillende van die namen worden echter door geleerden in deze materie als in hoge mate aanvechtbaar gezien, deels worden enige zelfs geheel verworpen.

In de vakliteratuur komt men uiteenlopende zienswijzen ten opzichte van Loki tegen. Een voorbeeld daarvoor betreft de vergelijkende studie van de Loki mythen door de Nederlandse onderzoeker E.J. Gras uit 1931. Hierin wordt uitvoerig geargumenteerd, dat Loki en Loðurr twee namen zijn voor dezelfde god. Daarentegen meent de Oostenrijkse wetenschapper Rudolf Simek in een korte opmerking dat “pogingen om Loðurr en Loki met elkaar in overeenstemming te brengen zijn niet overtuigend”. Het blijft open, wat aan de argumenten van Gras dan niet overtuigend is, want Simek verklaart zijn zienswijze verder niet.
Dergelijke contraire standpunten met betrekking tot de Noordse mythologie komen vaker voor, waarbij het helaas vaker gebeurt, dat de ene kant argumenten naar voren brengt die door de andere kant alleen maar worden afgewezen zonder tegenargumenten in te brengen.

De meeste Noordse bronnen uit de middeleeuwen geven aan, dat er voor Loki onder de mensen nauwelijks of geheel geen religieuze cult bestond, en wanneer er dan toch zoiets zou hebben bestaan, dan hoogstwaarschijnlijk alleen maar lokaal en op heel kleine schaal in het oude Scandinavië en op IJsland.
Toch leeft Loki voort in onze taal:

Het IJslandse gezegde ‘daar zit een Loki in’ wordt gebruikt wanneer een draad of een touw heel erg in de knoop zit. En Loki’s naam komt ook voor in het begrip ‘Lokabrenna’, de Noordse naam voor de ster Sirius en er worden ook de zogenaamde hete hondsdagen mee bedoeld – Lokabrenna kan worden vertaald als ‘Loki’s vuur’.
In het Noors bestaat er ook een samenhang tussen Loki en een haardvuur; wanneer het vuur in de haard knettert dan kan daarvoor de uitdrukking worden gebruikt: ‘Loki slaat zijn kinderen’, soms ook zegt men dan ook wel: ‘dat is voor Lokje’.

Hoewel tegenwoordig de connectie van Loki met vuur sterk in twijfel wordt getrokken en vaak ook helemaal niet meer als een reële mogelijkheid wordt geaccepteerd, kan men dat in Duitsland en daarbuiten toch nog regelmatig horen. Die populariteit van Loki en vuur heeft men te ‘danken’ aan de componist Richard Wagner, die in zijn epische opera serie “De ring der Nibelungen” Loki een vuurgod noemt.

En dat besluit dan eerst de ongetwijfeld onvolledige samenvatting over hoe Loki gewoonlijk wordt gezien.
Hoewel, in aanvulling hierop dient nog te worden opgemerkt, dat we de zo populaire voorstelling van Loki’s aandeel voor wat betreft de dood van Balder te danken hebben aan de Engelse antropoloog en schrijver James Frazer, die in deel 7 van zijn bekend monumentaal meerdelig werk “The Golden Bough” het verhaal van “Baldr the Beautiful” (Balder de Schone) vertelt. Het problematische aan dit verhaal is, dat Frazer geen pogingen heeft ondernomen om de verschillende middeleeuwse versies van die mythe te presenteren, hoewel deze onderling grote verschillen vertonen. In plaats daarvan biedt hij slechts één versie aan en wel die van Snorri Sturluson, de schrijver van de Proza Edda. En hij gebruikt ook deze ene versie om daaruit een levende Balder cultus in heidense tijd af te leiden.
Zo’n aanpak om slechts één mogelijkheid van meerdere aan te bieden en alleen daarop verder te bouwen is een werkwijze die binnen de desbetreffende wetenschappen al lang als foutief wordt gezien. Maar desondanks blijft de ‘Frazer-mythe’ in de circulatie en wordt nog steeds heel vaak als de enige (juiste) versie gezien.
Dat deze en ook andere bekende voorstellingen van Loki tenminste als dubieus mogen worden gezien zal navolgend duidelijk worden gemaakt.

Dus ik zal verder gaan met de algemene opvatting, dat Loki de blinde god Hödr ertoe verleidde om een pijl van maretak op Balder af te schieten en daardoor Balder doodde. Dat was namelijk de enige weg om Balder te verwonden, zijn moeder Frigg had hem onkwetsbaar gemaakt voor al het andere.
Dit verhaal is een IJslandse mythe, maar de maretak als plant kwam op dat eiland helemaal niet voor. Dat maakt dan een pijl gemaakt van het hout van die plant op z’n minst twijfelachtig.
In een andere Balder mythe uit de 12e eeuw, die in het in Latijn geschreven werk “Gesta Danorum” (De daden der Denen) staat, zijn de twee broers Hotherus en Balderus elkaars rivalen bij de hofmakerij voor dezelfde vrouw van edele afkomst. Na verschillende veldslagen en gevechten doodt Hotherus zijn broer met het zwaard. Hoewel in dat verhaal geen naam voor dat zwaard wordt genoemd, hebben enige geleerden de suggestie gedaan dat dit zwaard hetzelfde wapen zou zijn dat wordt genoemd in de IJslandse Saga Hromund Gripsson, waarin een zwaard voorkomt, dat ‘Mistilteinn’ (Mistletoe, maretak) heet. Daarbij bestaat het vermoeden, dat Snorri Sturluson in zijn Balder mythe twee verschillende verhalen tot één mythe samenvoegde en daarmee de maretak in zijn versie van Balders dood kwam.
Het hierbij in het oog springende punt is, dat Loki’s aandeel bij de dood van Balder discutabel is. Dat wordt nog ondersteund door de volgende argumentatie:
Het is heel goed mogelijk en aanneembaar, dat Snorri Sturluson de Keltische mythe “Aided Furgusa” kende. Die bestond al in zijn tijd en al sinds de eerste bewoning van IJsland woonden daar al Kelten – deze kwamen mee met de Noordse emigranten die daarvoor al enige generaties in Ierland woonden en hun deels Keltische huishouding meenamen.
In die mythe verleidt de jaloerse Ailil de blinde Lugaid om Fergus te doden, de man met wie hij als een broer was opgegroeid.
Het vermoeden ligt voor de hand, dat Snorri Sturluson deze mythe gebruikte om een andere, mythe die hij niet in z’n geheel kende, compleet te maken.

Een ander thema met betrekking tot de Loki mythen is de wijdverbreide zienswijze, dat hij een reus (Jötun) is die bij de Azengoden leeft. Daarmee samenhangend wordt nogal eens geopperd, dat Loki zelf geen Azengod is.
Uit de Noordse mythologie kennen we de twee godenfamilies Azen en Wanen (Æsir en Vanir). En dan zijn er nog de ‘reuzen’ van wie sommigen ook als goden worden gezien, zoals bv. Skadi en Gerdr, de vrouw van de god Freyr.
In het Oudnoors heten die reuzen ‘Jötnar’, in het enkelvoud ‘Jötunn’ en hun thuiswereld is Jötunheim, gewoonlijk vernederlandst als Jotunheim of Jotenheim. De vertaling van Jotunn in reus is eigenlijk nogal twijfelachtig. Het Oudnoors kent de drie gangbare woorden “gjør”, “gýgr” en “risi” voor reus. Voor reuzin kent het de woorden ‘gýgr’ en ‘íviðja’. Achteraf gezien zou de vertaling van Jotun in reus wel eens niet juist kunnen zijn. De zienswijze dat de Æsir, de Vanir en de Jötnar drie verschillende godenfamilies zijn, is het overwegen waard. Dat zou de diverse verbintenissen tussen die families ook veel beter verklaren en minder eigenaardig lijken. Enige voorbeelden hiervan zijn:

  • De moeder der Odin, Bestla, wordt in de bronnen als een Jotun aangegeven,
  • voor zijn vader Bor wordt geen eenduidige familieafkomst genoemd, maar is waarschijnlijk ook een reus.
  • De Azengod Thor is een kind van Odin en de Jotun Jord.
  • De Wanengod Njörd trouwt met de Jotun Skadi.
  • De vrouw van de wanengod Freyr is de Jotun Gerd.
  • Loki’s vader ‘Farbauti’ is een Jotun, de achtergrond van zijn moeder Laufey is onbekend;

Odin en Loki hebben klaarblijkelijk een soortgelijke achtergrond voor wat hun ouders betreft en daarom valt er veel voor te zeggen, dat beide zowel tot de Jotnar als ook tot de Æsir (Azen) horen.
Het vermoeden, dat de Jotnar de oudste van de drie godenfamilies zijn, is eveneens het overwegen waard.

Vaak wordt er beweerd, dat Odin en Loki bloedbroeders zouden zijn. Er bestaat een duidelijke aanwijzing, dat dit zou kunnen kloppen. In het 9e couplet van de Lokasenna, een gedicht uit de Poëtische Edda, waarin Loki tot de verzamelde goden spreekt, zegt hij:

Weet je nog Odin, dat lang geleden,
wij beiden ons bloed vermengden;
en jij beloofde daarbij geen bier te schenken,
tenzij het aan ons beiden werd gebracht.

Odin ontkent dat niet, mogelijk als een soort van indirecte bevestiging ervan beveelt hij, dat voor Loki een plaats tussen de goden wordt vrijgemaakt.

Maar aan de andere kant …
In strofe 46 van het Lied van Grimmir (Grimnismál), een gedicht eveneens uit de Poëtische Edda, geeft Odin zichzelf vele namen. Hij zegt daar:

Mijn naam is Grim,
en ik ben ook Gangleri,
Herjan en Hjalmberi,
Thekk en Thrithi,
Thuth en Uth,
Helblindi en Har.

En in de Gylfaginning, een van de delen van de Proza Edda, is opgetekend, dat de twee broers van Loki Býleistr en Helblindi heten. Dat zou misschien kunnen betekenen, dat Odin en Loki echt broers zijn, die tenminste één van de ouders gemeen hebben. Dat leidt dan natuurlijk tot nieuwe speculaties met betrekking tot de vier namen van de ouders, Bor en Bestla en Fárbauti en Laufey – één van hen zou dan twee van deze namen moeten dragen.

Uit de mythen komt Loki tevoorschijn als een listenrijke en vaak ook boosaardige god. Maar wanneer de zienswijze van meerdere kenners van de Noordse mythologie wordt gevolgd, was boosaardigheid niet iets, dat vanaf het begin aan hem werd toegeschreven, maar zou in latere eeuwen door skalden, de zangers, dichters en verhalenvertellers van de Noordse volken, aan zijn karakter zijn toegevoegd.
In de mythen waarin Loki voorkomt, speelt hij gewoonlijk ook de meest prominente rol. Een voorbeeld daarvan is bv. het verhaal, waarin Loki een otter doodt. Als gevolg daarvan, komen de drie goden Odin, Hönir en Loki zelf in de problemen, die dan ook weer door Loki zelf worden opgelost. Zou deze god, die zo’n belangrijke, vaak probleemoplossende rol speelt in zoveel gebeurtenissen, werkelijk vanaf het allereerste begin kwaadaardig zijn geweest? Zouden de andere goden hem dan niet al veel eerder hebben uitgestoten?

Even teruggrijpend op het verhaal over Loki, Idun en Thjazi dat aan het begin werd verteld …
Die mythe ontstond klaarblijkelijk, nadat die interpretatie van Loki’s karakter in zijn nadeel was veranderd. Maar afgezien daarvan, die hele Loki-Thjazi mythe is voor het grootste deel samengesteld uit sprookjeselementen. Het is daarom niet onwaarschijnlijk dat dit verhaal helemaal niet berustte op een oudere volkssage, maar eind 9e of begin 10e eeuw door de skald Diodolf van Kvinir helemaal zelf werd bedacht en in de 13e eeuw door Snorri Sturluson in de Proza Edde werd overgenomen:
De elementen

  • het vlees wil maar niet gaar worden
  • twee zijn aan elkaar vastgeplakt
  •  gedaanteverandering

zijn motieven die uit meerdere sprookjes bekend zijn.
En Skaidi die niet wil of kan lachen doet sterk denken aan het meisje uit het sprookje ‘De twaalf gebroeders’ dat niet spreken en lachen mocht. En de wijze waarop ze haar toekomstige echtgenoot zocht doet denken aan Assepoester, die door de prins werd herkend aan haar voet.

Deze mythe lijkt op een aaneenschakeling van op zich losse sprookjesmotieven uit meerdere andere verhalen die hier door het verhaal leiden. Het lijkt er daarom inderdaad sterk op, dat genoemde skald dit gedicht zelf heeft bedacht en met behulp van de bekende motieven zijn publiek een spannend verhaal voorschotelde. Overigens is dat Oudnoorse gedicht voor ons inmiddels heel erg moeilijk te volgen, er zijn maar weinig specialisten, die zich daaraan hebben gewaagd. De inspiratie voor het maken van het gedicht door de skald Diodolf werd opgewekt door een schild dat hij had gekregen, waarop een tekening stond. Hij interpreteert daarin drie goden en een reus; na het eerste couplet waarin hij zijn dank uitspreekt voor het krijgen van dat schild begint hij in het tweede couplet met zijn verhaal:

Zonder de interpretaties in de derde kolom is het gedicht onbegrijpelijk. En we weten niet zeker of die moderne interpretaties juist zijn, want ze zijn hoogstwaarschijnlijk gehaald uit het 13e eeuwse verhaal uit de Proza Edda – dus dat late verhaal wordt gebruikt om het eeuwen oudere skaldenlied te verklaren. Het is echter heel goed mogelijk, dat Snorri Sturluson dat oude gedicht gebruikte om een heel eigen versie te maken. Als dat klopt, heb je hier te maken met een pracht van een cirkelredenering.
Desalniettemin lijkt het wel duidelijk dat hier een mythe werd gecreëerd door verschillende oude, bekende verhaalmotieven samen te brengen, gebaseerd op een oud welbekend verhaalschema: →
Een conflict ontstaat (Loki, Hœnir en Odin tegen Thjazi), door list wordt over de vijand getriomfeerd (Thjazi’s dood). Ook in andere Loki mythen kan datzelfde schema in verschillende variaties worden herkend.
Juist in oude volkssagen komt dat niet zo voor en daarom lijken veel van die mythen inderdaad professioneel werk van skalden en schrijvers – of ze daar nou oudere volkssagen in mondelinge of schriftelijke vorm voor gebruikten of geheel op hun eigen inspiratie en de kennis van de smaak van hun toehoorders borduurden is in verreweg de meeste gevallen onbekend.

Van de Faeröer eilanden komt de langere ballade ‘Lokka Tattur’ (Het verhaal van Loki), waarin Loki wordt gepresenteerd als een listenrijke, maar geen boosaardige god. De ballade verhaalt over een conflict tussen een mens en een reus. De mens roept achtereenvolgens de hulp in van Odin, Hœnir en Loki. De eerste twee lukt het niet het probleem op te lossen, maar alweer door een list lukt het dan Loki om de kwestie in het voordeel van de mens tot een einde te brengen. In dit verhaal handelt Loki zonder enige boosaardige intentie ten opzichte van degene die hij helpt.
Hoe oud die mythe is, kan niet worden vastgesteld, er wordt voor zowel een herkomst uit de vroege, als ook uit de late Vikingtijd gepleit. Wanneer een vroege oorsprong correct zou zijn, dan zou dat de zienswijze ondersteunen, dat er een tijd was, dat Loki niet als een boosaardige god werd gezien.

Hoe dan ook, voor wat betreft de Loki mythen mag met reden de vraag worden gesteld of kwaadwilligheid in de loop van de tijd aan Loki werd toegeschreven. Voldeed Loki mogelijk niet aan de verwachtingen en idealen van de laat-Noordse adel en was dat dan misschien de reden voor de neergang van een vroeger hoog aanzien? Want, hoewel Loki bij veel uiteenzettingen zegeviert, bereikt hij dat niet door kracht en strijd, maar door intelligentie en slimheid – een manier om de zege te verkrijgen die waarschijnlijk niet echt op prijs werd gesteld door de maatschappelijke klasse van de Noordse edelen in die laat-Noordse tijd.

En daarbij komt, dat mythen en sagen zich in de loop van de tijd inderdaad veranderen, ze worden door de vertellers aangepast aan het begrip en de opvattingen van de tijdgenoten. Hiervoor bestaan heel veel voorbeelden.

Maar laten we hier nu eens aannemen, dat niet zowat alles uit de Noordse mythen wat boosaardig was, voor Loki’s deur werd gelegd, dat er een tijd was, dat hij uitsluitend werd gezien als een intelligente en listenrijke god.
Is het dan werkelijk een eigenaardige gedachte om te accepteren, dat de problemen waarin verschillende goden raken in de mythen niet werden veroorzaakt door Loki, maar oorspronkelijk hun eigen schuld waren? En Loki werd dan natuurlijk gevraagd die problemen op te lossen. Dan zou het prima in het plaatje van Loki’s neergang passen, dat in de latere verhalen de oorzaak van die problemen ook aan hem werden toegeschreven.
Een oorspronkelijk niet boosaardige Loki zou ook veel beter passen in de verdediging van Asgaard, de thuiswereld van de Noordse goden. Daar heb je Thor met zijn ontzagwekkende krachten en zijn magische wapens en Loki met zijn sluwheid – kracht en list … dat samen past in z’n algemeenheid goed bij wat we weten over de Germanen uit de tijd van voor de Vikingen.

Nu we er toch mee bezig zijn verschillende zienswijzen met betrekking tot Loki aan te vechten …

Bij de veronderstelling, dat Loki een vijand zou zijn van de andere Azen- en Wanengoden kan dan ook gelijk een vraagteken worden gezet.
Het standpunt, dat Loki kan worden gezien als een van de Azengoden werd voorheen reeds uiteengezet en ook zijn vermeend boosaardig gedrag. Het accepteren van Loki als een van de Azen en het toeschuiven van kwaadwilligheid naar hem in latere tijd zou een heel stel redenen laten wegvallen om hem als zo’n vijand te zien.

Maar ja, we hebben nog steeds te maken met Loki’s rol bij Ragnarök, de laatste veldslag, waarin veel goden sterven en de wereld verzinkt. In de Proza-Edda van Snorri Sturluson sluit Loki zich aan bij het leger van de vijanden van Asgaard, andere desbetreffende literatuur geeft alleen aan, dat Loki een schip bestuurt, dat hem naar het slagveld brengt. In de Proza-Edda wordt verhaald, dat Loki en Heimdal elkaar doden, in andere soortgelijke vertellingen komt dat helemaal niet voor. Maar ook al zou de versie uit de Proza Edda kloppen, dan maakt het Loki nog niet tot een vijand van alle Azen, het zou hem tot een vijand van Heimdal maken … en misschien van een paar anderen die hem gevangen namen en opsloten.

In het skaldengedicht ‘Húsdrápa’, dat wordt toegeschreven aan de skald Ulf Uggason, die in de tweede helft van de tiende eeuw leefde, wordt verhaald over ‘Singasteinn’ (zingende steen), dat klaarblijkelijk de naam is van een sieraad of van een stuk land, mogelijk een eiland. Loki en Heimdal betwisten elkaar daar in de gedaante van zeehonden die ‘zeenier’, zoals het in de omschrijving wordt genoemd. Het verhaal vertelt, dat Loki het bezit en Heimdal hem ervan berooft.
De vage overweging bestaat, dat het hier om Brisingamen gaat, het beroemde sieraad van de godin Freyja, dat volgens een andere mythe door Loki van haar werd gestolen en het door ingrijpen van Heimdal terugkreeg – die veronderstelling wordt echter in het geheel niet ondersteund door bepaalde aanwijzingen in de Oudnoorse bronnen. Het is daarom waarschijnlijk weer één van de modernere pogingen om een enigermate logische samenhang in de Oudnoorse mythologie aan te brengen. Het verhaal vertelt alleen maar, dat Heimdall iets waardevols van Loki afneemt. Geen wonder, dat Loki daarna boos op Heimdall is.

Het is zelfs mogelijk, dat Snorri Sturluson dat oude Singasteinn lied gebruikte voor een interpretatie van een voortdurende vijandschap tussen Loki en Heimdal en misschien zag hij het als een goede gedachte, om die twee een laatste beslissende strijd uit te laten vechten. Dat zou dan die vijandschap definitief moeten beëindigen – dat zou in elk geval goed passen bij het doel waarvoor hij de Proza-Edda schreef: een boek voor skalden en verhalenvertellers en een goed verhaal moet de toehoorders een bevredigend einde bieden.

Maar goed, we verlaten de vete tussen Loki en Heimdal en nemen de mythe onder de loep waarin wordt verteld, dat Loki het haar van Sif afsnijdt, de vrouw van zijn reiskameraad Thor.
Heeft Loki dat inderdaad gedaan?
Of is dat misschien ook weer één van de dingen die in de loop van de tijd bij de teruggang van Loki’s aanzien hem werd toegeschreven?
In de mythen over de god Thor toont deze een nogal opvliegend karakter te hebben. Zou Thor die daad oorspronkelijk zelf hebben begaan in een driftbui? Of heeft Sif het misschien zelf gedaan en Loki dan de schuld gegeven, misschien om een wig te drijven tussen de twee kameraden die, naar Sif’s mening, veel te vaak en te lang op reis waren?

Maar wanneer we zouden aannemen, dat Loki dat inderdaad deed, waarom zou hij dan zoiets hebben gedaan? Ik heb geen idee. Had Thor misschien tegen zijn makker wat teveel opgeschept over de kwaliteiten van zijn vrouw en was het Loki’s bedoeling om Thor daarom te plagen?
Want hij toont zichzelf in deze mythe, waarin hij, nadat Sif’s haar afgesneden werd en Loki met succes nieuwe gouden haren door de dwergen laat maken, als iemand, die graag op een speelse manier anderen plaagt, maar ook als iemand met grote bovennatuurlijke kracht en in staat dwergen orders te laten opvolgen.
Dat is werkelijk alleen maar plagen, kattenkwaad uithalen, zeker vergeleken met daden van Thor die reuzen de schedel verplettert of beslissingen van Odin die bij veldslagen de ene kant de overwinning schenkt hetgeen leidt tot de ondergang van de tegenstander – dat betreft complete legers – zolas andere mythen ons vertellen.

Is Loki dan misschien oorspronkelijk een vriendelijke en schrandere god die anderen soms graag voor het lapje houdt? Hierbij past bv. het Duitse spreekwoord ‘was sich liebt, neckt sich’ (Mensen die elkaar mogen kibbelen) of het Engelse ’the quarrel of lovers is the renewal of love’ (twist tussen geliefden vernieuwt hun liefde voor elkaar) – dat kan er op wijzen, dat Loki die andere goden juist wel mocht.

Het is natuurlijk duidelijk, dat goedmoedige scherts ook z’n grenzen heeft, en Loki toont dan ook zijn verbolgenheid over hoe hij werd behandeld tegenover de verzamelde goden op het feest, dat werd georganiseerd door de zeereus Aegir. In een giftige toespraak toont hij zich uitermate goed geïnformeerd over geheime intimiteiten en andere daden van de goden, die deze heel waarschijnlijk heel graag in een geheime vergetelheid hadden gezien.
Van Odin weten we, dat hij heel veel informatie krijgt toegespeeld van zijn twee raven Hugin en Munin, die daarvoor dagelijks uitvliegen. Maar hoe verkreeg Loki zijn rijke en gedetailleerde kennis van de geheimen van de andere goden? Naast zijn andere competenties is hij klaarblijkelijk ook de god van de geheime kennis.

Wanneer Loki inderdaad de god van de ‘practical jokes’ is, de god die het leuk vindt om anderen streken te leveren, dan is hij nog lang niet de Noordse equivalent van de Christelijke duivel, zoals hij soms wordt genoemd. Een andere zienswijze waarin hij wordt gezien als een ’trickster’ past waarschijnlijk dan veel beter.
Dit concept ’trickster’ heeft enige uitleg nodig:

Een ’trickster’ is een figuur of karakter die zich als gewiekst, ongrijpbaar en dubbelzinnig presenteert, wiens daden niet gewoon destructief zijn, maar vaak gericht zijn op veranderingen veroorzaken in iemands psyche, verstand en ziel. Niet altijd, maar wel opvallend vaak is een ’trickster’ god verwant met scheppingsgoden; zoals bv. de trickster ‘Coyote’ de jongere broer is van de scheppergod ‘Wolf’, zoals enige indianenstammen dat kennen. En zoals tevoren al werd aangestipt, is Loki verwant met Odin; hier is Loki vermoedelijk zelfs betrokken bij de schepping van de mensen, want naar een Noordse scheppingsmythe werd de mensheid geschapen door de drie goden Odin, Hœnir and Lodurr. Wanneer de betwiste zienswijze wordt aangenomen, dat Lodurr een oudere naam voor Loki is, dan is Loki inderdaad deels verantwoordelijk voor het ontstaan van de eerste mensen Ask en Embla. Odin schonk hen de adem, Hœnir droeg bij met energie en Lodurr gaf de warmte en een gezond uiterlijk. In dat geval hebben wij allemaal wat van het karakter van de trickster meegekregen, misschien kunnen we daarom allemaal streken uithalen, anderen plagen, voor de gek houden en bedriegen.

Hierbij wil ik in het voorbijgaan toch wel even benadrukken, dat dit geen legitimatie is voor dubieuze handelingen!

Andere voorbeelden van trickster goden zijn Hermes, de god van de dieven die we uit de Griekse mythologie kennen en Guahayona, een god van de Taino indianen, een volk van de grote Antillen in de Caribische Zee. Van deze laatste bestaat het volgende verhaal dat zijn trickster karakter duidelijk maakt:
Samen met zijn zwager ontvoert Guahayona de vrouwen van een prins en vlucht met ze weg over zee. Met uitzondering van één van hen die hem het best bevalt, laat hij ze achter op een eiland, met de ander reist hij naar een ander eiland.
Aan de ene kant lijkt dit behoorlijk boosaardig, aan de andere kant heeft hij ze ontrukt aan een vorm van slavernij en brengt ze in een nieuw gebied waar ze vrij zijn en nieuwe uitdagingen tegemoet kunnen gaan.

De trickster is geen held en evenmin een bijzondere figuur die alle anderen domineert. In feite representeert hij het leven zelf, dat zo vaak onbevattelijk is en soms ook wreed maar toch verder gaat.
In de diverse mythologieën in de wereld waarin een trickster voorkomt, is hij degene die het laatst lacht, want tenslotte zegeviert hij steeds op de een of andere manier.
Een ander karakteristiek van een trickster in de mythologie is, dat hij op directe of indirecte weg aan magische attributen komt die andere goden dan krijgen; door Loki krijgt Freyr zijn magische schip, Odin zijn beroemde speer en zijn achtbenige paard Sleipnir en Thor zijn hamer Mjölnir. Wanneer magische voorwerpen van goden zoek zijn geraakt, dan is het de trickster die ze door zijn slimheid weer terugbezorgt, zoals bv. in de mythe waarin de hamer van Thor was gestolen.
Een trickster kan ook de andere goden tot vrolijkheid brengen, maar dat niet alleen; het zijn de daden van Loki, waardoor onder de andere goden geen verschijnselen optreden zoals flegma, bezadigdheid, luiheid of traagheid. Hij houdt ze bezig en dwingt ze als het ware tot actie en tot samenwerking, zelfs al gaat dat ten koste van hemzelf, zelfs al moet hij daarvoor pijn verdragen. Met Loki is altijd wel wat aan de hand en zijn daden provoceren steeds weer de emoties van de andere goden.
Hij kan soms wreed zijn, maar steeds weer leren de andere goden ervan hetgeen hun ervaringen verrijkt. Loki’s daden hebben daarom zeker een zin en een bedoeling, hoewel dat vaak onder de oppervlakte ligt.
We moeten er bij de verhalen uit de Noordse mythologie natuurlijk wel rekening mee houden, dat de verhalen en liederen het publiek van destijds moesten aanspreken; wat wij tegenwoordig wreed vinden was in de maatschappij destijds veel gewoner – maar vergis je niet, op andere manieren is onze maatschappij ook wreed.
Alles bij elkaar genomen lijkt het aanvaardbaar om Loki als een trickster god te zien.

Dit maakt het duidelijk dat Loki ook voor ons mensen een goed voorbeeld en drijfveer is om niet te lang tevreden te zijn met iets wat is bereikt, maar al gauw weer verder de gaan, de draad weer op te pakken, open te zijn voor nieuwe ervaringen en nieuwe uitdagingen aan te gaan. Want, wanneer dat niet wordt gedaan, dan kan de ’trickster’ ook bij ons toeslaan op een moment dat we er helemaal niet op zijn voorbereid, niet de veerkracht ervoor bezitten, en dan komt iets des te harder aan.
Inderdaad wekt Loki ook tegenwoordig nog gevoelens op van vrees en onbehagen. Maar we hebben ook zulke emoties nodig; vaak leiden ze er juist toe om verder te kijken dan onze neus lang is, over onze mentale muren te zien, ze kunnen intellectuele en psychologische grenzen verleggen en ze maken ons ook bewust van onze eigen beperkingen.
Loki stelt ons voortdurend op de proef en hij kommert zich daarbij niet om grenzen van fatsoen, betamelijkheid, gedrag en iets vermeend niet kunnen. Door hem worden we ook geconfronteerd met onze eigen schaduwzijden en degenen die zichzelf in een beter daglicht zien dan de realiteit toelaat, moeten zich niet verbazen, wanneer bij hen de trickster verschijnt – met onplezierige gevolgen.

De zelfbewuste en zelfverzekerde Asatru zal Loki niet negeren bij zijn of haar eerbetoon aan de goden. Net als Sigyn, die haar echtgenoot Loki ook in slechte en moeilijke tijden trouw blijft, moeten wij dat ook doen.

Wanneer over Loki wordt gesproken of geschreven, dan gaat het zowat altijd over een Scandinavische god die geen mensen als vereerders had. Mensen uit andere streken in Europa zouden hem niet hebben gekend. Zo heel vast staat dat echter niet.
Want in de gebieden waar voorheen de Westgermaanse volken woonden, kende men een bovennatuurlijk wezen dat bekend stond onder de namen Kludde, Lodder, Lode en Loeke en in de sagen toont dit wezen een opmerkelijke overeenkomst met de Loki die we uit de Noordse mythen kennen. Waar Kludde in Vlaanderen en Nederland rondgaat veroorzaakt hij angst onder de mensen. Op basis van een gemeenschappelijke sympathie voor water en vissen, en omdat beide in staat zijn de gedaante van een paard aan te nemen, wordt meer dan eens gesuggereerd, dat Loki en Kludde twee namen voor hetzelfde wezen zouden zijn. Er bestaan meerdere sagen over Kludde of Lodder die inderdaad wijzen op streken die aan Loki doen denken. Een voorbeeld hiervan:

Enige boerenknechten moesten eens acht paarden van de weide naar de stal brengen. Onderweg merkten ze, dat een negende paard zich bij de groep had gevoegd. Omdat de mannen niet wisten van wie dat dier was, besloten ze het ook mee naar de stal te nemen. De jongste van de mannen bereed dat paard. Bij het oversteken van een ondiepe kreek viel dat paard plotseling in twee stukken uit elkaar en de jongeman viel in het water, terwijl op hetzelfde moment aan de overkant van de kreek Kludde verscheen en de kletsnatte jongen bespotte.

Ook in Engeland kent men Loki. Het is niet bekend hoe hij daar kwam. Wanneer de Bataven die in het Romeinse leger dienden al een ‘Luk’ of ‘Lok’ als god kenden, dan zouden zij het kunnen zijn geweest. Of misschien namen de Angelen en Saksen hem ‘mee’ toen ze naar Engeland emigreerden. Beide vermoedens zijn echter niet meer dan er blind op los raden, want er bestaan geen aanwijzingen voor die daarop zouden kunnen duiden. Een andere mogelijkheid is, dat de Vikingen hem daarheen brachten, toen ze zich in enige delen van Engeland vestigden. Maar dat Loki er bekend was, blijkt bv. uit de tekst van een oude toverspreuk die vermoedelijk stamt uit de tijd na de kerstening daar toen heidense elementen nog deel uitmaakten van het leven van de bevolking:

Father, son and Holy ghost,
Nail the devil to this post.
Thrice I smite with Holy Crock,
With this mell I thrice do knock,
One for God,
And one for Wod,
And one for Lok.

Vertaald:

Vader, zoon en heilige geest,
spijker de duivel aan deze paal.
Drie keer gooi ik met deze heilige scherf,
met deze bijl sla ik driemaal,
één keer voor God,
en één keer voor Wodan,
en één keer voor Loki

Deze toverspreuk zou zijn uitgevoerd door een oude vrouw om haar kleinzoon te genezen. Ze sprak die woorden terwijl ze drie hoefijzers op een plank spijkerde.

Welke rol Loki verder nog onder de Germaans-Keltische bevolking in Engeland speelde, is niet bekend. Maar wanneer we de kenmerken onder de loep nemen die als typisch Brits worden gezien, dan hebben we een breed veld aan speculaties voor ons liggen. Komt de uitdrukking ‘practical joke’ niet juist daar vandaan? Dat brengt me op enige provocerende gedachten:

Uit de Arthur legenden kennen we de tovenaar Merlijn, die bij gelegenheid het uiterlijk van de verliefde Koning Uther Pendragon veranderde in dat van de Lord van Cornwall, zodat hij werd toegelaten in het bed van de met de Lord getrouwde Ygraine en daar de latere koning Arthur verwekte. In diezelfde nacht sneuvelde de Lord bij een veldslag, dus als Uther nog even had gewacht, was die maskerade niet nodig geweest. En Arthur wordt later op zijn beurt gedood door zijn bastaardzoon Mordred.
Is dat niet een echt typisch Loki-achtig verhaal?

Wanneer Loki in het algemeen wordt toegevoegd aan veel episodes in de geschiedenis van Engeland, dan wordt veel ervan wellicht beter te verklaren en te begrijpen.

Maar goed, van Engeland volgt nu de overstap naar een laatste Loki onderwerp …

Wanneer er over Loki wordt gesproken of verteld, dan wordt hij praktisch altijd als een god gepresenteerd, iemand van het mannelijke geslacht. Maar in de gedaante van een merrie bracht hij Odin’s paar Sleipnir ter wereld. En het oude vrouwtje dat weigert te huilen voor de dode Balder (wanneer alle levende wezens zouden huilen, dan mocht Balder uit Hel terugkeren naar Asgaard), wordt ook als Loki geïnterpreteerd.
Klaarblijkelijk kan Loki naar keuze mannelijk en vrouwelijk zijn. Met die kennis is de gedachte niet te vergezocht om Loki als een androgyn wezen te zien, iemand die de kenmerken van beide seksen heeft. Dat zou hij dan gemeen hebben met de Griekse god Hermes.
Terugdenkend aan het verhaal uit het begin van deze lezing, waarin Loki met een koord zijn testikels aan een geitenbok bindt; het idee alleen al zou iedere man met afschuw doen denken aan de ondraaglijke pijn die dat moet hebben veroorzaakt. Maar wanneer Loki ook vrouwelijk kan denken en handelen, dan is het goed mogelijk, dat het instinctieve beschermingsgedrag met betrekking tot de geslachtsdelen geen doorslaggevende afwijzende houding speelde. Zijn vrouwelijke kant kan er zelfs de oorzaak van zijn geweest, dat hij zich vrijwillig voor zoiets leende.
Wanneer we in overweging nemen, dat de Noordse mythen werden geschreven door mannen in een maatschappij die al sinds vele eeuwen onmiskenbaar kan worden gekarakteriseerd door patriarchale dominantie, een maatschappij, waarin de vrouw sociaal een ondergeschikte positie in nam. Was dat misschien de reden, dat de metgezel van Thor als het ware automatisch als exclusief mannelijk werd gezien? Daarbij komt ook nog, dat het idee, dat een vrouw maatgevend betrokken zou zijn geweest bij de schepping van de mens voor de mensen in die tijd onvoorstelbaar was. Voor velen geldt dat ook nog vandaag de dag.

Die overwegingen brengen me bijna aan het einde van deze lezing.
Voorheen werd al verteld over Loki, die het haar van Sif, de vrouw van Thor, had afgesneden. Omdat lang niet iedereen die hele mythe kent, besluit ik met dat verhaal, waarin Loki zichzelf met zijn slimheid in de problemen brengt, maar ook dankzij zijn listenrijkheid er toch met relatief weinig schade uit redt. Ook vertelt dit verhaal, hoe door Loki verschillende goden aan hun magische werktuigen komen.

Uit kattenkwaad had Loki al het haar van Sif afgesneden. Toen Thor dat vernam, greep hij Loki en zou hem alle botten in zijn lichaam hebben gebroken, wanneer Loki niet had gezworen, dat hij de zwarte Elven zou opdragen om gouden haar voor Sif te maken, en wel zo, dat het net als het haar bij iedereen normaal zou groeien.
Loki ging toen naar die dwergen en die maakten niet alleen het haar, maar ook het magische schip Skidbladnir en de beroemde speer Gungnir. Daarop zette Loki zijn hoofd in en wedde met de dwerg Brokkr dat diens broer Sindri niet nog eens drie van zulke waardevolle voorwerpen kon maken die evenveel waard waren als de drie die zojuist waren gemaakt.
Toen ze bij de smederij kwamen, legde Sindri een varkenshuid in het vuur en vroeg zijn broer Brokkr de blaasbalg te bedienen en dat niet te onderbreken, totdat hij het werkstuk uit het vuur had gehaald. Toen Sindri de smederij verliet terwijl de andere dwerg aan het blazen was, vloog er een vlieg op Brokkr’s hand en stak hem. Maar deze bleef doorblazen, totdat de smid het werk uit het vuur haalde en dat was een everzwijn met gouden manen en borstelharen.
Daarna legde hij goud in het vuur en vroeg Brokkr weer om te blazen en er niet mee op te houden, totdat hij weer terug zou komen. Weer ging hij naar buiten en weer kwam de vlieg, ging op Brokkr’s nek zitten en beet hem daar dubbel zo erg als de steek tevoren. Maar deze bleef blazen, totdat de smid zijn werkstuk weer uit het vuur haalde en dat was een gouden ring die Draupnir heette.
Daarop legde Sindri ijzer in het vuur en vroeg hem om nog een keer te blazen en hij zij erbij, dat dat het werk zou mislukken wanneer het blazen zou worden onderbroken. Direct daarop vloog de vlieg weer naar Brokkr, ging tussen zijn ogen zitten en stak hem in een ooglid. Toen het bloed daardoor in zijn ogen drupte en hij niet meer goed kon zien, haalde hij zijn hand erover zo snel als hij kon – terwijl de blaasbalg al in elkaar zakte – en sloeg de vlieg weg. De smid kwam weer terug en zei, dat het werkstuk in het vuur bijna helemaal was bedorven. Toen nam hij het uit het vuur – het was een hamer – drukte de kostbare stukken in Brokkr’s handen en zei hem ermee naar Asgaard te gaan om de inzet van de weddenschap op te eisen.
Loki en Brokkr toonden daar hun waardevolle voorwerpen waarop de Azen plaats namen in de zetels des oordeels, waar Odin, Thor en Freyr een oordeel moesten vellen.
Daarop gaf Loki de speer Gungnir aan Odin, aan Thor het haar voor Sif en het schip Skidbladnir aan Freyr. Daarbij vertelde hij over de eigenschappen van de voorwerpen: de speer kon in zijn vlucht naar het doel niet gestopt worden, het haar zou zich verbinden met de hoofdhuid zodra het op Sif’s hoofd werd gelegd en het schip zou altijd een gunstige wind hebben zodra het zeil was gehesen, in welke richting het ook zou varen en het kon als een servet worden samengevouwen en Freyr kon het in zijn zak steken wanneer hij dat wilde.
Daarna bracht Brokkr zijn geschenken naar voren. Aan Odin gaf hij de ring en zei erbij, dat elke negende nacht acht ringen van gelijk gewicht eruit zouden druppelen. Aan Freyr gaf hij het everzwijn en zei, dat het door de lucht en over water kon rennen en sneller dan elk paard en ook, dat hoe donker het ook zou zijn en waarheen hij ook zou gaan, de manen en de borstelharen genoeg licht zouden uitstralen om genoeg te kunnen zien. De hamer gaf hij aan Thor en zei, dat Thor deze kon werpen zo hard als hij kon naar wat er zich ook voor hem bevond, en de hamer zou nooit missen en hoever hij hem ook gooide, hij zou altijd naar zijn hand terugkeren. En wanneer hij dat wilde, kon hij hem in zijn hemd steken, zo klein kon hij worden. En inderdaad, het kleine gebrek was, dat de steel aan de korte kant was.
En dit was dan de uitspraak: de hamer was het beste van alle kostbare voorwerpen omdat hij voortreffelijk kon dienen als verdediging tegen de IJsreuzen. En ze oordeelden, dat de dwerg de weddenschap had gewonnen.
Loki bood toen aan om zijn hoofd vrij te kopen, maar de dwerg zei hem, dat ihij daarvoor niet te vinden was. “Dan moet je me eerst maar te pakken zien te krijgen”, zei Loki. En toen Brokkr hem wilde pakken was Loki er al vandoor gegaan. Loki bezat magische schoenen, die hem door de lucht en over water konden dragen. Toen vroeg de dwerg aan Thor om hem te vangen en dat deed Thor.
Maar toen de dwerg Loki’s hoofd wilde afhakken, zei Loki, dat hij recht had op zijn hoofd, maar niet op zijn nek. Toen nam de dwerg een draad en een mes en wilde gaten in Loki’s lippen steken om de draad er door te rijgen, maar het mes wilde niet snijden. Toen zei Brokkr, dat het beter zou gaan, wanneer hij de priem van zijn broer had. En nauwelijks had hij dat gezegd, of de priem was er al en prikte gaten in Loki’s lippen. Toen reeg de dwerg de draad erdoor en bond zo de lippen op elkaar. Maar Loki trok daarna de draad uit de gaten.
Daarom kwam Loki er goed van af in dit avontuur met slechts twee gescheurde lippen, een zeer milde straf voor die tijd.

En daarmee is deze lezing ten einde.
Hartelijk dank allemaal voor het geduldige en aandachtige luisteren.

Gunivortus Goos
Voorheen bekend onder het pseudoniem GardenStone)